Gezondheid

 

Ataxia

Het probleem:

Zoals alle raszuivere honden, vertonen ook American Staffordshire Terriers een aantal gezondheidsproblemen die waarschijnlijk het gevolg zijn van genetische defecten. Het was de gezondheidscommissie van de Staffordshire Terrier Club America opgevallen dat er steeds meer honden problemen ontwikkelden lijkend op een dronken loopje en balans problemen als ze ouder werden. Dit is een bijzonder ernstige ziekte, omdat honden geen tekenen vertonen tot ver in de volwassenheid, nadat ze zijn gefokt. Onderzoek heeft aan het licht gebracht dat dit een erfelijke aandoening is.

De symptomen:

Deze ziekte treft een bepaald deel van de hersenen genaamd het cerebellum. Het cerebellum is nauw verbonden met het evenwichtsorgaan en samen controleren deze delen van de hersenen de coördinatie van de bewegingen. Er zijn verschillende ziekten die invloed kunnen hebben op deze gebieden van de hersenen en dus soortgelijke symptomen veroorzaken. Infectie van het middenoor, trauma, virale infecties, tumoren, auto-immune aandoeningen en bacteriële ziekte kan ook leiden tot dit soort symptomen. Echter, de volgorde en het tempo waarin de verschijnselen zich ontwikkelen bij honden met dit syndroom zijn kenmerkend voor de ziekte. Zowel mannelijke als vrouwelijke honden worden beïnvloed en kunnen symptomen beginnen te vertonen met 2-5 jaar.

Aanvankelijk zijn de symptomen erg subtiel en uiten zich als onhandigheid en af en toe een onbalans van het lichaam bij het maken van plotselinge bewegingen. Honden die aan behendigheid doen bijvoorbeeld, kunnen problemen krijgen met een bepaald obstakel dat zij eerder zonder problemen passeerden. Honden kunnen struikelen en vallen bij het traplopen of als ze snel bewegen. Naarmate de ziekte vordert, wordt de onhandigheid erger: honden kunnen omvallen als ze hun hoofd schudden en hebben vaak een duidelijke onbalans van het lichaam als ze hun hoofd snel te verplaatsen. Reuen kunnen hun evenwicht verliezen als ze hun poot optillen om te urineren. Bij het gecontroleerd lopen in een rechte lijn kan alles er normaal uitzien, maar bij het nemen van bochten, rennen achter ballen, en zich  haasten naar hun voedsel, worden de problemen duidelijk.
Als de ogen van de hond goed worden bekeken, valt het op dat plotselinge bewegingen van het hoofd snelle bewegingen van de ogen (nystagmus) veroorzaken, van links naar rechts, in cirkels of verticaal. D e meest betrouwbare manier om deze oogbewegingen uit te lokken is om de hond op zijn rug te rollen, en ze duren meestal een paar seconden tot ongeveer een minuut.
Andere vroege tekenen van de ziekte zijn plotselinge ineenstorting, met verstijving van alle 4 de poten, de hals en het lichaam, gedurende een paar seconden. Met de tijd krijgen de honden meer en meer moeite met lopen vanwege het gebrek aan coördinatie van hun poten. De hond kan ook gewicht verliezen omdat hij door evenwichtsproblemen moeite heeft bij het bereiken van zijn etensbak.
De ziekte zit nog in een recent stadium van onderzoek. De leeftijd van aanvang, de symptomen en de progressie verschillen van hond tot hond. De bovenstaande beschrijvingen zijn algemene symptomen van erfelijke ataxie. Uw hond hoeft niet alle kenmerken te hebben om als lijder te worden beschouwd. De enige echte overeenkomst die alle honden tot nu toe hebben is het ontwikkelen van evenwicht problemen.

 

De prognose:

De progressie van de ziekte varieert van hond tot hond. Voor veel Amstaffs ontwikkelen de tekenen zich langzaam. De STCA gezondheidscommissie is van oordeel dat erfelijke ataxie een "dodelijke" ziekte is, omdat de meeste Amstaffs niet een normale levensduur bereiken en om humane redenen moeten worden geëuthanaseerd. De meeste zijn niet in staat om te functioneren boven de leeftijd van 7 of 8 jaar. Een opmerking: Indien verdoving wordt uitgevoerd voor een of andere reden (bijvoorbeeld een tandheelkundige behandeling), kan de verslechtering versnellen. Dit verbetert enigszins in de dagen na de narcose, maar de hond komt niet terug op het niveau voorafgaand aan de anesthesie.

 

Er is geen behandeling beschikbaar tegen ataxie. 

 

De diagnose:

Er is nu een DNA-test beschikbaar van het Antagene laboratorium in Frankrijk. Via een eenvoudig mondeling speekselmonster kan het laboratorium de genetische markers die de ziekte dragen identificeren. (informatie en aanvragen test via Antagene)
Cerebellaire Ataxie wordt vererfd als een autosomaal recessieve eigenschap, dat betekent dat een hond twee defecte kopieën (een van elke ouder) moet hebben om lijder te zijn van de ziekte.

 

Een geteste hond zal een van de volgende drie classificaties krijgen:

 

  • Homzygoot mormaal (vrij): 2 normale kopieën van het gen dat betrokken is. De hond heeft geen ataxie, is geen drager voor ataxie en kan geen nakomelingen produceren die lijder zijn (dragers alleen door de combinatie met een niet vrije hond).
  • Heterozygoot (drager): 1 normale kopie en 1 defecte kopie van het gen dat betrokken is. De hond lijdt niet aan de ziekte, maar is een drager van het gen. Hij kan het gen doorgeven aan nakomelingen.
  • Gemuteerd homozygoot (lijder): 2 defecte kopieën van het gen dat betrokken is. De hond heeft ataxie en zal het gen doorgeven aan nakomelingen.

 

Onderstaande tabel geeft aan wat bij de verschillende combinaties de kansen zijn voor iedere pup om vrij/drager of lijder te zijn.

 

                Vrij  Drager  Lijder

  Vrij                                             

 100% Vrij                                     

 50% Vrij

 50% Drager                                                

 100% drager                                  

 Drager

 50% Vrij

 50% Drager 

 

 25% Vrij

 50% Drager

 25% Lijder

 

 50% Drager

 50% Lijder

  Lijder

 100% Drager

 50% Drager

 50% Lijder

 100% Lijder

 

NB de percentages zijn de kansen voor iedere pup om vrij, drager of lijder te zijn. Zoals aan de roulette tafel de kans op zwart of rood 50% is, maar er toch 10 keer achter elkaar zwart kan vallen, zo kunnen bijv. theoretisch ook in een nest van twee dragers alle pups lijder zijn. Dus in een nest van 8 pups uit 2 ouders die drager zijn komen niet per definitie 2 vrije, 2 zieke pups en 4 dragers. Het gaat om de kans die iedere geboren pup heeft op 1 van de uitkomsten.

Alleen over de totale populatie zouden de uitkomsten ongeveer in deze lijn moeten liggen.

 

Als een nest gefokt wordt met 2 honden die ataxie vrij zijn, dan zijn de resulterende pups vrij door vererving en hoeven niet getest te worden.

 

Zekerheid afstamming rashonden (DNA)

Vanaf 1 juni 2014 krijgen alle rashondenpups een verplicht DNA-afstammingsbewijs. Van alle rashondenpups en hun ouders wordt daarvoor DNA afgenomen. Het DNA wordt ook bewaard voor gezondheidsonderzoeken. Dat is goed nieuws voor pupkopers en rashondenfokkers. Zo is zeker dat de opgegeven ouders ook echt de ouders zijn, maar kan ook veel gerichter gewerkt worden aan het verbeteren van de gezondheid van rashonden. De ingangsdatum van de verplichte DNA-afname en - afstammingscontrole is 1 juni 2014. Dit betekent dat bij alle dekkingen op of na 1 juni 2014 de verplichting geldt.

 

Wie neemt het DNA van de ouderdieren af?

Het DNA van de ouderdieren kan worden afgenomen door de buitendienstmedewerker van de Raad van Beheer óf een praktiserend dierenarts. Deze zal eerst de identiteit controleren door het uitlezen van de microchip en vervolgens met een speciale ‘swab’ wat slijmvlies afnemen.

 

Wie neemt het DNA van de pups af?

De buitendienstmedewerker van de Raad van Beheer neemt het DNA van de pups af.

De buitendienstmedewerker zal na het chippen van de pups met een speciale ‘swab’ wat slijmvlies afnemen.

 

Heupdysplasie (HD) is een aandoening aan het heupgewricht, waarbij de heupkom en de heupkop qua formaat niet bij elkaar passen. Meestal is het de heupkom, die niet diep genoeg is. Daardoor ligt de heupkop niet stabiel en diep genoeg in de heupkom. Er worden dan ongewenste krachten uitgeoefend op de gewrichtskapselbanden, spieren en andere structuren van het heupgewricht. Deze aandoening is slechts gedeeltelijk erfelijk bepaald. Overgewicht en verkeerd gebruik van voedingssupplementen kunnen het ontstaan van HD in de hand werken. Daarnaast is overmatige beweging, zoals traplopen en springen, een niet te onderschatten factor in het ontwikkelen van HD. Heupdysplasie wordt voor ons ras officieel door de Raad van Beheer, op basis van röntgenfoto's, beoordeeld en komt ook officieel op de stambomen te staan van hun nagesla 

 

Elleboogdysplasie (ED) is een verzamelnaam voor een aantal voornamelijk erfelijke aandoeningen aan de ellebogen van de hond. Deze aandoeningen veroorzaken pijn en dus kreupelheid bij de hond. Elleboogdysplasie is een multifactoriele aandoening wat wil zeggen dat er meerdere oorzaken zijn. Erfelijkheid speelt deels een rol, maar ook trauma, voeding en stofwisseling zijn belangrijke factoren binnen elleboogdysplasie. Het is ook erg belangrijk het dier niet te overbelasten. Matige beweging, liefst aan de riem, is het beste. Ook Elleboogdysplasie word voor ons ras officieel door de Raad van Beheer, op basis van röntgenfoto's beoordeeld.

 

MAG test

De maatschappelijk aanvaardbaar gedrag (MAG) test is in 1998 in het leven geroepen door de Raad van Beheer en in 2001 wettelijk verplicht voor onder andere de Amstaff met FCI stamboom. De voornaamste reden van de test is het vaststellen of de hond angstig is of dat er overmatig agressie in het karakter van de hond zit. Als een hond tijdens deze test overmatig angstig reageert, of agressief, dan zal de hond ongeschikt bevonden worden als fokdier. De test bestaat uit verschillende onderdelen zoals hieronder beschreven. Voor elk onderdeel krijgt de hond punten. Wanneer de score onvoldoende is, kan er niet via het fokregelement gefokt worden. Die schrijft namelijk voor dat zowel de vader en de moeder de test met een voldoende moeten afsluiten. Om aan de test deel te nemen moet de hond minimaal 18 maanden oud zijn en over een NHSB nummer beschikken De test bevat 16 testonderdelen, waardoor het gedrag wordt bepaald van de hond. Zo kan hij agressief, angstig of neutraal reageren.

8 onderdelen worden uitgevoerd in aanwezigheid van de baas, en 8 zonder de baas. De test duurt ongeveer 20 minuten. De keurmeesters kunnen het gedrag van een hond op een objectieve manier in kaart brengen, omdat er uitgebreide beschrijvingen bestaan voor alle mogelijke reacties op een bepaalde prikkel. Zo kan de keurmeester het waargenomen gedrag scoren, zonder dat hier een persoonlijk oordeel aan kleeft. De onderdelen in aanwezigheid van de baas krijgt de hond een flexi lijn, zodat hij vrijer wordt om zich te kunnen gedragen zoals hij dat wil. De baas mag geen pogingen doen om de hond onder appel te krijgen, omdat men geïnteresseerd is in de aard van de hond. Deze komt wellicht voldoende tot uiting wanneer de hond onder appel staat.

 

 

Onderdelen met baas

  • Onderdeel 1: De baas wordt begroet en de hond met een kunstarm(handschoen aan stok) aangehaald. Zo test men de passieve vriendelijkheid van de hond.
  • Onderdeel 2: De baas leidt de hond naar een pion, waar een witte doek op de grond ligt. Bij aankomst bij de pion wordt de doek omhoog getrokken, om vervolgens weer op de grond te vallen. De baas mag de hond kort de tijd geven om de doek te onderzoeken, alvorens baas en hond doorlopen naar een tweede pion. Daar aangekomen eindigt dit onderdeel. Doel van dit onderdeel is het testen van angst.
  • Onderdeel 3: De baas leidt de hond nogmaals naar een pion. Ditmaal wordt er een houten kat langs de hond getrokken. Ook bij dit onderdeel krijgt de hond kort de tijd om de situatie in te schatten. Vervolgens lopen baas en hond door naar de tweede pion.
  • Onderdeel 4: De baas leidt de hond nogmaals naar een pion. De testbegeleider staat naast deze pion en laat 10 seconden lang een alarmsignaal horen. De hond krijgt weer kort de tijd, alvorens de baas de hond naar de tweede pion leidt.
  • Onderdeel 5: Op dezelfde manier als bij de onderdelen 2 – 4 wordt de hond in aanraking gebracht met een paar met steentjes gevulde blikken, welke op de grond vallen.
  • Onderdeel 6: Baas en hond staan bij een muur. Drie personen lopen in een normaal tempo op baas en hond af en sluiten hen in, waarbij zij naar de hond kijken. Na 10 seconden lopen de drie helpers weer weg.
  • Onderdeel 7: Baas en hond staan nog altijd bij de muur. De drie helpers lopen weer op hen af, nu in versnelde pas. Ze kijken de hond aan en sluiten baas en hond in. Wederom wordt de insluiting 10 seconden volgehouden.

                      

 

 

Onderdelen zonder baas

De onderdelen zonder de baas Zonder zijn roedelleider voelt een hond zich doorgaans minder op zijn gemak, en zal hij anders reageren op bepaalde prikkels dan wanneer zijn baas er bij staat. Hoe dit stukje onzekerheid tot uiting komt verschilt per individu. Bovendien valt een combinatie baas – hond bij deze onderdelen door de mand, wanneer er getraind is op de onderdelen van de MAG test.

  • Onderdeel 8: de hond wordt aan een lijn van 2 meter lang aan een hek vastgemaakt. Hij kan dus naar voren en opzij uitwijken, maar kan niet naar achteren. Nu wordt de hond benaderd door een helper, welke een tweede hond (van hetzelfde geslacht als de te testen hond) aan de lijn heeft. Op twee meter afstand van de testhond blijven de helper en de stimulushond gedurende 20 seconden staan.
  • Onderdeel 9: De hond ligt nog steeds vast. De testhelper loopt nu recht op de hond af en begroet hem vriendelijk met behulp van een kunstarm(handschoen aan stok).
  • Onderdeel 10: De testhelper loopt met een bel naar de vastgebonden hond. Op een afstand van twee meter begint hij te bellen.
  • Onderdeel 11: De testhelper loopt ditmaal met een paraplu naar de vastgebonden hond, en laat op een afstand van 2 meter gedurende 20 seconden de paraplu achter elkaar open en dicht gaan.
  • Onderdeel 12: Er wordt een pop naar de vastgebonden hond getrokken. Vlakbij de hond blijft deze 10 seconden stilstaan. Vervolgens wordt de pop voorbij de hond getrokken.
  • Onderdeel 13: Nu loopt er een testhelper met de pop(aan lange stok) naar de hond. De hond wordt door de pop geaaid, waarna testhelper met pop doorlopen.
  • Onderdeel 14: Een testhelper sluipt op de hond af en kijkt deze strak aan. Dit houdt hij gedurende 20 seconden vol. Wanneer de hond zijn kop wegdraait volgt de testhelper hem.
  • Onderdeel 15: Dezelfde testhelper als bij het vorige onderdeel benadert de hond nu vriendelijk en aait hem met de kunstarm(handschoen aan stok).
  • Onderdeel 16: De baas keert nu terug. Deze loopt met het eerder gebruikte pop naar zijn hond en laat deze kennismaken met de pop.

      

    

 

Bij de onderdelen in aanwezigheid van de baas (dus onderdelen 1 t/m 7 en 16) mag de hond maximaal 7 keer grote angst vertonen, waarvan hij maximaal 2 keer echt in paniek mag raken. Paniek wordt alleen geaccepteerd bij de onderdelen 1,3,4,5 en 7. Bij de onderdelen zonder de baas (dus onderdelen 8 t/m 15) mag de hond maximaal 5 keer grote angst vertonen, waarvan hij ook nu maximaal 2 keer in paniek mag raken. Paniek wordt nu uitsluitend geaccepteerd bij onderdelen 10,11 en 13. De hond mag echter in de gehele test maximaal 12 keer grote angst vertonen! Bijtgedrag wordt nooit geaccepteerd.

 

U kunt ons altijd vragen naar de certificaten, betreffende STAMBOOM, DNA, ATAXIA, MAG test, HD en ED van de ouderdieren.